Oosterhout,2021
De tweede editie van de Biënnale Kunst in de Heilige Driehoek is samengesteld door een team van twee curatoren: Hendrik Driessen, voormalig directeur van Museum De Pont in Tilburg, en Rebecca Nelemans, kunsthistorica, schrijver en tentoonstellingsmaker. Vele malen doorkruisten zij het gebied, spraken ze met de kloosterlingen, bezochten kunstenaars in hun ateliers en wisselden onderling hun ideeën uit. Gaandeweg kreeg de tentoonstelling vorm. Oorspronkelijk zou de biënnale plaatsvinden in september 2020, maar vanwege de coronacrisis moest de organisatie besluiten tot een uitstel van bijna een jaar. Het thema ‘hoop’, dat de tentoonstelling al vanaf het begin meegekregen had, werd plotseling heel actueel.
Rebecca Nelemans: ‘We zijn begonnen met wandelen, van klooster naar klooster. Al direct kwamen we op ideeën voor bepaalde werken die heel mooi zouden passen op specifieke plekken. Het paviljoen van Maria Blaisse was één van de eerste die op ons lijstje kwam te staan.’
Hendrik Driessen: ‘Het is een omgeving met een heel eigen sfeer en betekenis. Je moet je daaraan aanpassen en kunt geen werken zomaar ophangen of neerzetten alsof het om een museumzaal gaat. Het heeft juist een meerwaarde dat de kunstenaars kunnen reageren op wat ze hier aantreffen. De verbinding van de werken met de locaties is vanaf het begin ons uitgangspunt geweest.’
RN: ‘We zijn hier ook te gast, het is grotendeels privéterrein van de kloosterlingen. Daarom zijn we met respect voor hun levenswijze te werk gegaan. We hebben nooit de behoefte gehad ze op wat voor manier dan ook te provoceren.’
HD: ‘Iets controversieels doen is niet zo moeilijk, maar we hadden evenmin de intentie om een tentoonstelling van religieuze kunst te maken. Sommige kunstenaars hebben wel een onderwerp of motief gekozen waarin je een zekere spiritualiteit aantreft, maar met een heel eigen invalshoek.’
RN: ‘We zijn in het begin bij alle drie de kloosters op de koffie gegaan. Dat waren mooie gesprekken met bijzondere mensen. We spraken met de priorin of abdis, vaak geflankeerd door één of twee kloosterlingen die waren aangewezen om mee te denken. We vonden het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over welke ruimtes ze wel en niet open wilden stellen voor het publiek. Het is nogal wat waar ze mee akkoord gaan: duizenden mensen die in een paar weken tijd bij je op bezoek komen. We zijn heel blij dat ze zo gastvrij zijn.’
HD: ‘Het is bijzonder hoe organisch de keuze van de kunstenaars tot stand is gekomen. Soms zag een van ons ergens op een tentoonstelling een werk dat heel goed zou kunnen passen. De kubus met smeltende was van Juliette Minchin bijvoorbeeld, die zag ik in Parijs. In de kerk van de Sint Paulusabdij is die heel mooi op zijn plaats. Ook het geluidswerk van Job Koelewijn kenden we al. De ervaring die hij ons langs de Kloosterdreef biedt is echter heel anders, en niet alleen doordat alle namen die je hoort op deze plek zijn ingesproken.’
RN: ‘Voor andere werken hebben we kunstenaars speciaal opdracht gegeven. Dan lieten we ze een specifieke locatie op het terrein zien en vroegen of ze daar iets voor konden bedenken en maken. Zo is ook de afrastering met ganzeneieren van Maria Roosen ontstaan. En we worden heel blij van de speelse manier waarop Maarten Baas het verwaarloosde voetbalveldje heeft aangepakt.’
HD: ‘Sommige ideeën ontstonden ook spontaan, tijdens atelierbezoeken. Toen ik bij Robert Zandvliet toevallig zijn Crucifix Torso II zag wist ik meteen dat die ongelooflijk goed in de Sint Paulusabdij zou passen.’
RN: ‘Guido Geelen werd direct enthousiast toen hij in de ontvangstkamer van Sint Catharinadal een antieke Comtoiseklok zag hangen. Jaren eerder gebruikte hij al eens het binnenwerk van zo’n klok in een beeld en nu kon hij daar een passend vervolg aan geven. Zijn bijdrage is een stap binnen zijn eigen oeuvre én sluit heel mooi aan bij deze plek.’’
RN: ‘Bij Rabi Koria in het atelier zagen we een deel van een tegeltableau waarop hij met vloeiende verf had gewerkt. We hebben hem gevraagd of hij een soortgelijk motief kon toepassen in een nieuw werk. Hij was erg onder de indruk van een lange bakstenen gang in de Paulusabdij en kwam met het voorstel er een soort ‘stromende rivier’ van te maken over de volle lengte van de ruimte. Een prachtige metafoor voor het verstrijken van de tijd op basis van het simpele grid met tegels.’
HD: ‘Dat is ook een taak van een curator, dat je in het gesprek met een kunstenaar de gedachten net een andere kant op kunt laten bewegen.’
RN: ‘Toen we de tentoonstelling net rond hadden kwam corona. We moesten niet alleen de tentoonstelling uitstellen, maar ook de gekozen werken opnieuw bekijken.’
HD: ‘Bijvoorbeeld of ze door de veranderde omstandigheden niet opeens een andere duiding kregen. Tom Claassen heeft besloten een heel ander werk te maken dan hij van plan was. Hij wilde mensfiguren in en naast een bed maken, maar dat oorspronkelijk zo warme en huiselijke tafereel zou nu heel andere associaties oproepen.’
RN: ‘Ook de opkomst van de Black Lives Matter beweging moesten we natuurlijk meewegen. Het indrukwekkende werk De Kroon van Robin Ramos en Kymani Ceder is één van de werken die mede hierdoor aan de tentoonstelling zijn toegevoegd.’
HD: ‘En Jelle Korevaar heeft zijn ontwerp radicaal aangepast. Het is ingetogener en poëtischer geworden. Al is de reden voor het uitstel ellendig, het heeft de kunstenaars en de tentoonstelling als geheel veel goede dingen gebracht.’
RN: ‘Het begrip ‘hoop’ werd ineens heel actueel. We hebben vaak het citaat van Gerhard Richter gebruikt: ‘Kunst is de hoogste vorm van hoop’. Ik ben er van overtuigd dat juist in kunst hoop en troost te vinden zijn. Dat is in de coronatijd alleen maar voelbaarder geworden.’
HD: ‘Hoop is uitgesteld verlangen. Iets dat je graag zou zien gebeuren, maar waarvan je ook accepteert dat het er nu nog niet is. Of je nou gelovig bent of niet, allemaal hebben we een idee dat we, als we bepaalde dingen doen of laten, ooit weer een toestand van gelukzaligheid zullen ervaren. Kunstenaars zijn vaak bijzonder goed in staat om in hun werk vorm geven aan dat verlangen.’
RN: ‘In de daad van het creëren zelf schuilt al zo veel hoop. Dat je iedere keer weer je atelier in gaat en erop vertrouwt dat er iets zal ontstaan. Tijdens atelierbezoeken trof het me dat zelfs kunstenaars met een aanzienlijke staat van dienst dezelfde onzekerheid voelen als jonge kunstenaars, bij ieder werk opnieuw.’
HD: ‘Twijfel is het begin van alle kennis. Kunstenaars weten die onzekerheid over wat is en kan komen in te zetten om creatief telkens weer een stap verder te komen.’
RN: ‘Als dat geen hoop is!’
HD: ‘We hopen dat de bezoekers een aangename tijd hebben in de Heilige Driehoek. Dat ze hier in alle rust wandelen en zich onderweg laten verrassen en inspireren door datgene wat de kunstenaars bedacht en gemaakt hebben. Op die manier kun je dit prachtige gebied op een geïntensiveerde manier beleven, en intussen je gedachten laten gaan over wat je zelf bezighoudt, wat je belangrijk vindt, en waar je op hoopt.’
Tekst: Anneke van Wolfswinkel
Foto: MischaKeijser